De terugweg:

Hoewel de terugreis eigenlijk pas voor zondag gepland stond en we zaterdag ons appartement uit moesten besloten we vrijdagochtend om die diezelfde ochtend al te vertrekken. Het weer was zodanig slecht dat niemand er veel voor voelde om de lift naar boven te nemen; geen lol aan met dit weer.

Omdat ik dol ben op citytrips besloten we naar Salzburg te rijden. Dat was eigenlijk al het plan, maar dan voor zaterdag. Achteraf was het helemaal niet zo’n gek idee om vrijdag alvast te gaan. Des de meer tijd in Salzburg en minder gehaast. Uiteindelijk lag Salzburg niet echt op de route en moeste we er vanuit Leogang toch wel een stuk voor om rijden.

Omdat het een besluit was dat we om 10:00 namen en we om half 12 met onze tassen ingepakt het dorpje uitreden was ik toch wel enigszins overrompeld. Iedereen die mij kent weet dat ik besluiten over het algemeen liever een keer over denk dat dan ik ze spontaan neem.. Dus het voelde in het begin enigszins.. unheimlich?

Het begon te sneeuwen en ik  begon me af te vragen of het wel een goed idee was om richting Salzburg te gaan. Anderhalf uur over smalle bergweggetjes ..daar kwam nog bij dat we op reis waren in een Toyota Aygo. Mocht je geen verstand hebben van auto’s (zoals ik zelf) en niet meteen weten hoe die auto eruit zien; die auto is echt klein. Veel meer kan ik er niet over zeggen.

Vorig jaar waren we met het vliegtuig en hadden we voordat we vanaf Salzburg vlogen nog een dagje in Salbzurg doorgebracht. Toen ben ik verliefd geworden op die stad. Vandaar dat we besloten om ondanks de sneeuw toch richting Salzburg te gaan.

Dat bleek een goede keuze, want het stopte al snel met sneeuwen en we reden een zonnig Salzburg tegenmoet.

Wat ik zo ontzettend leuk vind aan Salbzurg zijn de kleine straatjes en steegjes overal. Het is zo pittoresk, en dat terwijl je dat eerder in Italië ofzo zou verwachten. Juist dat onverwachte maakt het nog leuker.

Onze auto parkeerden we in een wel heel bijzonder parkeergarage: een parkeergarage in een bergrots. Ik bedoel maar, dat kom je ook niet iedere dag tegen.

We liepen wat rond, winkelden wat en ik scoorde een nieuwe kalender voor 2018 bij één van de vele souvenirs winkeltjes. Een ‘alpenkalender’. Je kijkt toch 365 dagen per jaar tegen een kalender aan.. waarvan een maand per foto dus ik ben kieskeurig wat betreft kalenders!

Daarnaast haalden we een heerlijke ‘Cafe Creme’ bij een tentje genaamd ‘Fasties’.  In het koffietentje zaten alleen maar locals en iedereen keek op toen ik in het Engels een koffie bestelde (ik sprak automatische Engels, in het Duits zou ik er ook nog wel uitkomen maar Engels is zoveel makkelijker). Daarna waren we blijkbaar een toeristische attractie op zich en luisterde iedereen mee hoe ik het toch maar in het Duits probeerde, wat honderd keer sneller ging.

Het is eigenlijk wel apart hoe weinig mensen in Oostenrijk Engels spreken, terwijl er toch meer dan genoeg tentjes genaamd ‘Fasties’ en ‘Cook and Wine’ te vinden zijn. Ook in de winkels hoor je overal Engelse muziek, maar niemand lijkt echt Engels te spreken. Het lijkt me echt vreemd om de hele tijd Engelse muziek te luisteren, maar er vervolgens niks van te begrijpen. Wat ook zou kunnen dat mensen gewoon geen zin hebben om Engels te praten.. maar dan alsnog; waarom dan wel al die Engelse termen en muziek?

Rond half 5 begonnen we aan een lange terugreis richting Nederland (met tussenstop). Stay tuned!

Share: